Kamer 13, Intensieve Zorgen.
Ik kan amper bewegen. Deels door alle kabels en slangen en deels door de matras waar ik in wegzak.
Ik hang vast aan een bloeddrukmeter die mij altijd weer verrast in mijn vluchtige slaap. En als de saturatiemeter aan mijn wijsvinger verschuift gaat een soort scheepshoorn af. Ook in de belendende kamers toetert het vaak. Mijn slaap hangt in flarden aaneen.
Om 5u20 komen ze een röntgenfoto en een electrocardiogram nemen.
Ik ben weer klaarwakker. Maar moe, zo moe. Schrijven gaat moeizaam vandaag.
Rond de middag word ik naar een kamer gebracht. Kamer 1418. Klinkt als de Grote Oorlog. Ik heb al wat bijgeslapen nu. Dat voelt weer beter.
Het tweede cadeautje is uitgepakt. Heerlijk troostend.
Martin, ik volg jou/alles op de voet!
Want ik wil dat het allemaal lukt!
En dat er nadien weer opening is naar meer ‘geluk’!
Klaprozen (van Walter) zijn een goed symbool!
Als je ze (de zaaddoosjes) droogt zoals mijn vader destijds op onze ‘chauffage’ in de keuken deed (om er lijdende mensen die het het budget niet hadden voor het medicament, ermee te helpen), dan staan ze voor ‘nieuwe kracht’.
Ik botste 3 jaar geleden bij het opruimen in Blankenberge op een hele doos van die zaadjes… heb ze in Berlijn uitgezaaid… maar 40 jaar later hadden er maar 5 die kracht….maar ja, 40 jaar… is niet de tijdsspanne waar wij nog van dromen… waren ze maar 10 jaar oud geweest, waren er mischien wel honderden gekomen… en had ik nu het zicht op een papaverveld…
Sterkte, lieve Martin en lieve Ruth!
The sound of ‘recovery’.
Had iemand ‘s ochtends op een klaroen komen blazen, dan zou mij dat niet verbaasd hebben.
Sterkte … en een boeketje klaprozen.
Goed zo!