Rolstoelcoaster handelt over de finale strijd met het recidive zitwondje
19 november 2019
Net toen ik dacht niets meer te vertellen te hebben…
Het begon toen Eric zijn eerste pijnlijke nacht naast me doorbracht. Dat is bijna twee weken geleden. Die nacht werd de rust verstoord door een scherp motorgeluid. Er was toen nog geen sprake van Joe of van Pico. Nadat hij in alle hoeken geluisterd had besloot de nachtverpleger dat het de koelkast moest zijn. De volgende dag was het gesnerp daar weer, en meer dan eens. Het was niet de koelkast, maar het automatisch zonnegordijn dat vruchteloos pogingen deed om van positie te veranderen. Sindsdien gebeurde dat geregeld, doch zonder regelmaat, overdag en ‘s nachts. Nooit langer dan een minuut of twee. En soms lukte het zelfs om enkele centimeters te stijgen of te zakken.
Deze namiddag ging het van helemaal dicht ineens ieeeeiiiing wel 20 cm omhoog, en nog eens 20. Ik kon de klok van Ekkergem kerk al lezen. En ieeeeeeeeeiiiiiiiiing, bijna boven. Jonas, op bezoek hier, supporterde vrolijk mee met mij. Tot een prikkelde geur van verbrande motor onze neus bereikte. Jakkes, wat een viezigheid. De technische dienst werd erbij gehaald en sloot de besturing van het rolgordijn af, maar de verstikkende lucht bleef hangen. Het was echt niet te harden, ik vroeg om de ramen te openen. Daarop werd de security geroepen omdat zij een sleutel hebben voor de ramen. Uiteindelijk werd ik geëvacueerd naar de kamer rechtover. Protocol. Als de ramen open zijn moet de kamer leeg en de deur op slot zijn. Stel dat ik uit het raam zou willen springen.
Het was een bijzonder mooie zonsondergang aan de andere kant van de gang.