Nog tien dagen te gaan. En dan komt er (eindelijk) een eind aan deze zenuwslopende situatie.

Het klopt nog steeds dat ik me kiplekker voel sinds de ingreep, alleen heb ik er wel een ligwonde aan overgehouden. Deze keer op de stuit. De aanvankelijke extase is daardoor ietwat gekoeld en de bezorgdheid over mogelijke wondjes bij de komende operatie is evenredig toegenomen. Het betekent dat ik meer aan huis gekluisterd ben dan ik me voorgesteld en gewenst had deze weken, in afwachting van de ingreep.

Is mijn huid zo gevoelig of houden ze er te weinig rekening mee? Aan dat eerste kan ik weinig veranderen, dus heb ik in een mail aangedrongen om maximaal op preventie in te zetten. Ik weet dat het geen simpele opdracht wordt omdat bij deze ingreep ook de tijd een grote rol speelt. De operatie zou 6 à 8 uren in beslag nemen. Ik zal in een diepe hypothermie (17 graden) gebracht worden, zonder hart en longfunctie, en die toestand wordt best zo kort mogelijk gehouden.
Enfin, dat bespreken we nog wel de 23ste. Dan krijg ik een CT-scan en aansluitend wordt dat met de chirurg besproken. De 24ste vindt de operatie plaats.

Ik fiets ondertussen bijna elke dag zo’n 30 à 40 km. Het doet me deugd. Ik geniet volop van de zon en de wind en de kleuren en geuren. Ook nu blijf ik een onverbeterlijke positivo, zoals mijn lief het uitdrukt. Het is sterker dan mezelf. Ik weet wel dat dit een zeer complexe operatie is, maar het enige wat ik kan doen is vertrouwen hebben en mij overgeven aan de chirurg en zijn team. 

Ruth en ik beseffen alle twee goed dat de mogelijkheid bestaat dat dit niet goed afloopt. Toch is de beleving hiervan anders. Als ik sterf voor of tijdens de operatie, dan zal ik dat niet geweten hebben. Voor Ruth is de impact, eigenaardig genoeg, veel groter. Zij moet verder, zonder mij, een nieuw leven opbouwen, met grote emotionele, maar ook praktische en financiële draagwijdte. Evengoed, als de operatie wel slaagt, staan er ons zware maanden te wachten.

Ik merk dat we ons moe voelen, met weinig rek. Het meest uitputtende is het grote vraagteken. Omgaan met de totale onvoorspelbaarheid van zowel het nu als de toekomst vraagt veel energie.

Vanuit mijn verlangen het ‘nu’ te omarmen en optimaal te genieten van elk moment, is er soms weinig ruimte voor mijn en haar zorgen of angst. Ik focus zo graag en zo gemakkelijk op het licht, dat ik het donker er niet laat zijn. En toch horen ze beide bij elke dag.