Ik had niet gedacht dat mijn ‘tijdelijke’ rol als blogger me zo zwaar zou vallen.

De weerstand om te schrijven is erg aanwezig. Tezelfdertijd vind ik dat jullie, Martins ondersteunde vrienden, het verdienen om mee te kunnen volgen. Want ik besef heel goed, dat niet enkel mijn hart is gebroken.

Het spijt met dat ik niet de energie vond om iedereen tot nu toe op de hoogte te brengen. Ik besef dat het nieuws voor sommigen erg abrupt en misschien niet via het ideale kanaal gekomen is en hoop dat ik via deze weg jullie vragen wat kan beantwoorden.

Martin hield zoals we hem kennen als eeuwige optimist rekening met 1 scenario: dat van een vlotte operatie, een goed herstel en een revalidatie, met als resultaat een gezondere Martin. De laatste weken kwam er ook ruimte voor andere scenario’s en bereidde hij die voor. We konden bespreken wat hij wilde mocht hij het niet halen. Ook met Willem konden we een aantal dingen doorspreken. We maakten bewust tijd om te verwoorden wat we zo waarderen in elkaar. Hij maakte lijstjes met nuttige informatie. Dankbaar ben ik dat hij die laatste dagen ook gebruikt heeft om voor mij te zorgen.

Op woensdagochtend hadden we een afspraak met De Grieck die ons geruststelde dat de kans op overlijden heel klein was. We kregen ook te horen dat er nog 2 operaties tussen gefietst waren en dat Martin dus pas tegen de middag kon geopereerd worden. Na de nodige onderzoeken in het ziekenhuis nog even ontsnapt naar Aalst voor een laatste goeie koffie en lekker eten, want hoe lang zou het niet duren voor hij daar nog eens van zou kunnen genieten vroeg hij zich af. Bij de inschrijving terug in het ziekenhuis werden we pijnlijk op de Coronamaatregelen gedrukt: afscheid nemen moest op de gang. Gelukkig bleek de verpleging op de gang daar helemaal anders over te denken en zo konden we nog enkele uren samenzijn in zijn bed. Ik koester die laatste uren enorm. Zeker dat ik tot vijf keer toe opnieuw de kamer ben binnengegaan voor toch nog een laatste zoen

Donderdag een laatste videochat en vanaf de middag geen nieuws meer. Vrienden hadden me uitgenodigd om goed na te denken over wat ik die dag wilde doen. Het zou een lange dag worden en dus zocht ik beter een invulling die ik als deugddoend en ondersteunend zou ervaren. Ik herinner me hoe ik uit de lucht viel bij die vraag. Tuurlijk is dat een goed idee, maar mijn focus lag zo op Martin dat ik hier zelf niet aan gedacht had. Ik bedacht het ideale plan: terwijl Martin in het ziekenhuis was zou ik de tuin rolstoeltoegankelijker maken. Ik zou tijdens de operatie met een vriend een houten zitbank maken op rolstoelhoogte, die kon omgeklapt worden tot een bed/podium. Ik had al gegalvaniseerde roosters op het oog om die tot aan de bank te maken zodat Martin zelfstandig in de tuin kon gaan chillen.

Het was een ontzettend fijne dag. Het lukte mij om in het moment te blijven en te genieten van het creëren, de vriendschap, het moment. Ik fantaseerde over wanneer ik de verrassing zou onthullen: als hij ontwaakte na de operatie, of het hem gewoon zelf zou laten ontdekken als hij weer thuiskwam. De avond viel, de bank was lang klaar en nog altijd nieuws. Om 22:00 uur hield ik het niet meer uit en belde zelf het ziekenhuis. De operatie bleek net voorbij, het was goed gegaan. Opgelucht stuurde ik het rond via facebook. Ik voelde me zo uitgeput dat ik niet meer de energie had om mensen persoonlijk te verwittigen en vertrouwde erop dat de postduiven hun werk zouden doen. Ik voelde me zo uitgeput dat ik bij mijn vrienden bleef slapen.

De volgende ochtend voelde ik me rustig en krachtig. Onderweg naar huis kwam er telefoon van het ziekenhuis. Het was meteen duidelijk dat het echt niet goed was en dat ze me voorbereidden op het ergste. In de ochtend was duidelijk geworden dat de operatie veel van Martin gevraagd had. Zijn buik was erg opgezwollen en er werd beslist om te opereren. Ik belde mijn vriendin Eva die haar plannen voor die dag afzegde om samen, ik nog in werkkleren, naar Aalst te rijden.  In de auto contacteerde ik Willem, Martins en mijn ouders.

Die ochtend werd vastgesteld dat zijn dikke darm heel erg gezwollen was. Ze staken met succes een stoma om de druk te verlichten. De nieren en lever hadden geleden en er zou een nierdialyse worden opgestart om hem te ondersteunen en zo te stabiliseren. Zijn toestand was kritiek maar er was hoop. Mijn ouders waren naar het ziekenhuis gekomen om mij te ondersteunen. Vanaf 14u konden we bij Martin en ben ik zo goed als de hele tijd bij hem gebleven. Ik kon hem niet meer loslaten. Inwendig tegen hem sprekend: eerst woorden van aanmoediging, later toen het duidelijk werd dat we niets meer konden doen, woorden van geruststelling dat hij mocht loslaten.

In de daaropvolgende uren waren de boodschappen wisselend van: “we kunnen niets meer doen”, tot “we geven nog niet op”. Een slingerbeweging tussen hoop en wanhoop, 7 uur lang. Wetend dat het er niet goed uitziet, maar ook beseffend wat voor vechter Martin is. De nierdialyse deed haar werk, maar onvoldoende Martin echt te stabiliseren. Mondjesmaat kwam er ook meer informatie: dat de ook darmen geleden hadden onder de operatie en dat daar necrose was vastgesteld. Het beeld werd ons geschetst dat Martin eigenlijk niet de reserve had die nodig was om te herstellen van zo’n zware operatie.

Om 21 uur bleek ook de nierdialyse haar werk niet meer te doen en was er geen uitzicht meer. De machines werden deels afgekoppeld. Ik ben bij Martin in bed gekropen en we hebben samen gewacht tot dat grote hart van hem stopte met kloppen. Twee uur later rond 23u was het voorbij.