Rolstoelcoaster handelt over de finale strijd met het recidive zitwondje
13 november
De chirurge kwam nog langs gisteren. Zij vind het geen goed idee om vrijdag naar huis te gaan. De wonde is dan nog te fragiel, zegt ze. Ze heeft me liggen. Tot dinsdag toch.
Het is een teleurstelling, zeker, maar hoezeer ik ook verlang om thuis te zijn, ik wil vooral dat het voor eens en voor altijd voorbij is. Die wonde is negen jaar geleden ontstaan toen ik elf uur lang op de operatietafel lag. Ik kwam er uit met een verlamming en met een doorligwonde op het rechter zitbeen. Het heeft maanden gekost om dat te helen. De ingreep die hier gebeurd is wil ik al jaren. Ik ben toen op pad gegaan, en ik heb geen enkele chirurg gevonden die het wou doen. De wonde was niet groot genoeg en niet diep genoeg. Je kon er je vuist niet in kwijt, bedoelden ze. Het is een laatste redmiddel, zeggen ze. Ik denk dat dat wel aan de orde is voor mij.
Littekenweefsel is zwak en de wonde was gedoemd om telkens weer open te gaan. Als ik het optel heb ik in die negen jaar minstens vier jaar met het wondje gesukkeld. Vier jaar lang heb ik overdag meer gelegen dan gezeten. Zitten maakt de wonde groter en dieper. De zorg voor mezelf maakte dat ik niet geopereerd kon worden.
Nu, met een nieuwe huid op de zwakke plek heb ik er alle vertrouwen in dat ik geen zitwonde meer krijg.
Vandaag was het chaos hier op heelkunde. De verpleging had het meer dan druk met een buitengewoon aantal vers geopereerden. Volgens de planning zou ik pas morgen wondzorg krijgen, na een lavement voor de stoelgang, maar ook de nieuwe Pico was ‘s nachts kapot gegaan waardoor de wondzorg vandaag moest gebeuren, het lavement drie keer werd uitgesteld en de druk alleen maar toenam. Ik ben boos geworden. Uiteindelijk werd het zo laat dat, toen we er klaar voor waren, Ihor al naar zijn eigen praktijk vertrokken was. Ik krijg de Pico en het correcte verband pas morgen.
Het goede nieuws van vandaag is dat ik een Diskman heb die werkt en dat ik al uitkijk naar morgen voor het eerste verhaal.