“Ik word in de watten gelegd door mijn buren,” schreef ik
eerder. Zo is het werkelijk.
26 koppels uit de buurt nemen deel aan een
wekelijkse beurtrol. Ik noem hen “de burenbond”. Meestal word ik al op zondag gecontacteerd
door het koppel van dienst met de vraag wat er de komende week te doen valt.
Het zijn alledaagse klusjes die moeilijk of onmogelijk uit te voeren zijn in de
rolstoel. Vanaf de lente wordt het gras gemaaid, in de winter wordt het
brandhout binnengebracht, de vuilbak wordt aan de straat gezet, de glasbak
leeggemaakt, boodschappen worden thuisgebracht,…

In tijden van hoge nood, en dat was het even door een forse
griep de laatste weken, wordt er zelfs voor me gekookt.

Erg fijn is het dat er die week ook tijd gemaakt wordt om
bij te praten met een kop koffie of thee of een pintje.

We zijn net aan de tiende ronde begonnen.

Ik ben mijn buren mateloos dankbaar.