Rolstoelcoaster handelt over de finale strijd met het recidive zitwondje

16 november 2019

“Bent u vegetariër of veganist?”, vroeg de verzorgster. Er lag vis op mijn plateau. Tot nu had ik vegetarisch eten gekregen. Ik ben geen van tweeën. Ik ben geen vegetariër, ik ben Martin. Net zoals je een beperking hebt, niet bent.
En ja, ik eet vegetarisch, tegen het vegane aan, en een vleugje flexirarisch, zoals wanneer vlees of vis weggegooid zouden worden. Eieren van onze kippen en kaas vind ik heerlijk. Dat valt me moeilijk, wetend wat de impact van koeien op onze planeet is. Ecologisch bekeken is het beter om kip of varken te eten. Het compromis dat Ruth en ik onlangs maakten, is veel soorten lekkere pesto en spread maken, zo mogelijk met de groenten uit onze tuin. En één soort kaas in huis, bij voorkeur lokale geitenkaas.
In dit ziekenhuis hebben ze alvast geen kaas gegeten van vegetarisch koken. De driegeleding eiwitten, koolhydraten en groeten wordt vertaald naar vettige burger, smakeloze aardappelen en platgekookte groenten.  Groenten, dat is hier ook ananas of appelmoes, of warme krieken. Ik weet wel dat ik hier geen gastronomische hoogstandjes moet verwachten, alleen blijft het me verbazen dat voeding in onze cultuur niet wordt gezien als  ondersteuning van de heling.

Deze nacht zal ik niet gauw vergeten.  Peter, de nachtverpleger van dienst, had in een opwelling de deken waarmee we de pomp geïsoleerd hadden verwijderd.  Uit nieuwsgierigheid.  Joe werd dol en  toeterde uitbundig. De verpleger keek verbaasd op van al die herrie en gooide zich vervolgens op de pomp. Hij testte de knoppen en wrong aan de buizen  en ineens werd het   s  t  i   l .  Ongewoon stil. Als bij een zonsverduistering.
Joe is dood, dacht ik. Of ben ik plotsklaps doof?
Nope. Joe was getemd. Echt getemd,deze keer. Peter, de dolfijnfluisteraar, had een buis die vals lucht aanzoog dichtgewrongen. De pomp slaat nu enkel aan als ik beweeg in bed, en stopt als de nieuwe balans bereikt is. Zoals het hoort te zijn.

Het zou de nacht van de week geweest zijn als Pico niet drie keer in alarm was gegaan. Maar ook die was uiteindelijk geen partij voor Peter, mijn held van de nacht.

Het is nog steeds stil. Ik verplaats me af en toe om me te overtuigen dat de dolfijn nog werkt.