Rolstoelcoaster handelt over de finale strijd met het recidive zitwondje.

Ik heb Ihor laten oproepen deze ochtend. Hij was nog niet eerder verschenen deze week.

De chirurge, Heidi, had dinsdag toen ze de wonde kwam checken, beslist om het verband niet te vervangen.  Enkel als het verband doorbloed is, zei ze. Gisterenmiddag  hoorde ik de verpleegster, toen ze het verband nakeek, het woord bloed in de mond nemen, en sindsdien bij elke controle. Er werd telkens een absorberende laag bovenop gelegd. Het ‘niet verwijderen’ voorschrift leek een impasse te veroorzaken bij de verpleging. Mij klonk de uitleg van Heidi over het gevaar van bloedophoping onder de wonde die infecteert en de wonde weer open duwt nog vers in de oren. Het geaarzel van de verpleging bracht mij uit balans, dus het was tijd voor actie. Ik weet niet of er geprobeerd werd om Heidi te raadplegen, maar ik weet wel dat Ihor dagelijks met haar overlegt.
De wonde lekt een beetje bloed aan de onderkant,zegt Ihor. Het is niet onderhuids, voor zover hij dat kan beoordelen. Hij heeft een foto opgestuurd naar Heidi en instructies gegeven aan de verpleging. Het stelt me gerust, en de verpleging ook, denk ik.

Dag vier is het ondertussen al, en het zou kunnen dat het er meer zullen worden dan voorzien.  Heidi sprak van een week extra op de afdeling revalidatie.  Ik ga geen nee zeggen als ze dat geregeld krijgt. Zoveel ondersteuning kan je niet nabootsen in een thuisomgeving. De tranfers kunnen er begeleid worden, misschien eerst met een tillift.

Ik heb vorige week iemand laten komen om een offerte te maken voor zo een lift in de slaapkamer. Het kan zelfstandig bediend worden door een motor aan een rail, met beugels onder de oksels en dijbenen.  Als ik dan ook nog een smallere toilet/douche stoel kan vinden, dan worden mijn ochtendtransfers herleid van vijf naar nul.

Het is een aantrekkelijke gedachte en toch voel ik forse weerzin telkens als ik er aan denk.  Dit scenario stond namelijk niet in mijn planning voor de komende tien jaar of langer zelfs.

Ik weet wat het is, ik ken de bron van het onbehagen. Terwijl ik het schrijf rollen de tranen over mijn wangen. Omdat het zo waar is. Omdat ik besef dat ik het aftakelen vrees, en hoezeer ik dat verdring. Omdat ik me liever afscherm in de bubbel van het eeuwig fit blijven. Omdat ik nog zo veel wil doen, zoveel dromen wil waarmaken, en liever mijn mogelijkheden zie toenemen  dan ze te zien wegkwijnen. Een tillift is dermate materieel aanwezig dat het me onverbiddelijk confronteert met mijn toekomst. 
Wordt het een ‘hang in de weg’ of een ‘hulpje op weg’?